Meer

Hart van Holland maakte er een mooi artikel over...over de Carousel van Verhalen 7 februari 2015, georganiseerd door Stichting Steenovens Klein Hitland, maar waar ik beide sessies tijd noch licht voor had om het af te maken, zodat het deels de mist inging. Sorry moedige luistereraars die de kou trotseerden... Ik vond het ondanks dat erg geslaagd!

Voor de mensen die nieuwsgierig zijn naar het verhaal dat ik had willen vertellen, hieronder het hele verhaal.

Hart van Holland maakte er een mooi artikel over en plaatste een schitterende foto...

 

De Liefde en De Eagle

Aan het in je kop stampen van cijfers, teksten, woordjes, had ik een broertje dood. Het waren de sixties, de dood op Kennedy was hot, Dylan zong Times are Changing en iedereen deed mee.

Wat deed geschiedenis er toe als we de ruimte gingen koloniseren en we die vervuilde corrupte aarde achter ons konden laten? De verre onbekende ruimte lag voor ons open. We zouden oud genoeg worden om retourvluchten naar de maan of verder te boeken – want we geloofden in de voorspellingen van de NASA.  Maar ruimtevaart paste niet in de lespakket van het lyceum van voor de mammoetwet die het vertrouwde middelbareschoolwezen overhoop gooide.

 

Vanaf 1967 experimenteerden docenten op ons lessen die ze een schooljaar later officieel moesten gaan geven in het nieuwe systeem met mavo’s, havo’s, atheneums. Alleen de term gymnasium bleef.

Dit bracht onze geschiedenisleraar Yark van de Capelse dependance van het Libanonlyceum op het briljante idee om de verplichte geschiedeniskost te laten voor wat het was. In plaats daarvan ging hij ons, de laatste lichting lyceumklanten, voorlichten over waar het met onze aards bestaan naartoe moest.

Om bij de onderwijsinspectie niet door de mand te vallen, gaf hij ons vooraf de antwoorden van repetities over de geschiedenisonderwerpen, die hij eigenlijk had moeten behandelen. Zo konden we, ondanks onze onwetendheid, toch ruime voldoendes halen voor old school geschiedenis.

De periode vanaf de Romeinen tot de twintigste eeuw ging daardoor volkomen langs me heen. Het enige dat ik via via van de Middeleeuwen kon zeggen was ‘1600, Slag bij Nieuwpoort’ en ‘1700 honderdjarige herdenking van de Slag bij Nieuwpoort’. Ik had geen idee van locatie, oorzaak en het gevolg, laat staan in welk verband ik het moest plaatsen.

Ik hield van ontdekkingsreizen. Als Yark had ons verteld dat in 1600 op 19 april, nog geen drie maanden voor de Slag bij Nieuwpoort, na veel ontberingen, fluit­schip De Liefde, met een lullig laadvermogen van iets meer dan vier moderne zeecontainers, onder leiding van kapitein Jacob Kwaker­naak, als eerste Japan bereikte via Kaap Hoorn, zou het zeker zijn blijven hangen. Helemaal als hij erbij had verteld dat, nota bene, onze eigen Ambachtsheer van Capelle en Nieuwerkerk, Johan van der Veeken, die expeditie had gefinancierd.

Ze kwamen er destijds pas vele jaren later achter hoe het met De Liefde was vergaan, terwijl die ene gigantische stap van Neil Armstrong, de vertegenwoordiger van onze mensheid, met zijn Hasselbladcamera en Omega-horloge, dat met klittenband aan zijn ruimtepak was bevestigd, direct thuis op de buis was te volgen.

De Liefde was een galjoenschip van de vloot van vijf schepen van de Magelhaense Compagnie, die bijna twee jaar eerder, in juni, met 507 man onder admiraal Jacques Mahu op weg was gestuurd om Oost-Indië te bereiken.

De expeditie was een initiatief van de Zeeuwse koopman Pieter van der Haegen en werd financieel mogelijk gemaakt door de schatrijke Rotterdamse bankier/koopman Johan van der Veeken, die Hans werd genoemd.

Hans was een Belg, geboren in Mechelen. Hij verhuisde zijn Antwerpse bedrijf in 1583 naar Rotterdam, omdat de calvinisten hier toleranter waren dan die in Antwerpen dat de wonden likte van de Spaanse Furie.

De schepen waren zwaar bewapend. Van der Veeken stond borg voor alle kanonnen, musketten en munitie van de vloot die de steden beschikbaar hadden gesteld.

Meer dan de helft van het half miljoen dat de expeditie kostte, kwam van handelaren uit Duitsland en Italië.

Om rijkdommen te vergaren had de bemanning opdracht te kapen, te roven en te plunderen, al zou je dat niet verwachten bij de namen die de schepen hadden. Hun vlaggeschip heette De Hoop, de andere Het Geloof, De Blijde Boodschap, De Trouw en dan natuurlijk De Liefde. Ze vertrokken in 1558 uit Goeree.

Een kwartier is te kort om alle belevenissen van de ontdekkingsvloot te vertellen. Vandaar kort hoe het verging.

De Blijde Boodschap werd in Zuid-Amerika door Spanjaarden geconfisqueerd. De bemanningsleden kwamen pas vrij bij een gevangenenruil nadat stadhouder Maurits de Slag bij Nieuwpoort in 1600 had gewonnen.

De gedecimeerde bemanning van Het Geloof dreigde met muiten en de kapitein werd gedwongen terug te keren toen ze bij Kaap Hoorn waren. Ze kwamen een paar weken na de Slag bij Nieuwpoort terug. Van de 109 man die vertrokken hadden 36 het overleefd.

Vlaggeschip De Hoop verging met man en muis ergens op de Stille Oceaan.

De Liefde had als handelswaar een lading wollen dekens die ze in noordelijker gelegen gebieden konden slijten. Ze zeilden daarom richting Japan, waar ze op 19 juni 1600 meer dood dan levend aankwamen. Deze reis inspireerde James Clavell tot het schrijven van Shogun, waarvan in 1980 een prachtige televisieserie werd gemaakt over de Engelse stuurman William Adams, die tussen de geisha’s in Japan bleef wonen, samen met koopman Jan Joosten van Lodensteyn, die er een konditorij begon. Of hij hun wollen dekens daar alsnog verkocht heeft, vertelt het verhaal niet.

Door de brieven die stuurman Adams schreef, die Anjin-san (loodsman) werd genoemd door Shogun Tokugawa,  weten we dat van de oorspronkelijke 110 opvarenden van De Liefde slechts 25 man levend Japan haalden. Slechts zeven van hen waren toen nog in staat om te lopen. Zes waren er zo erg aan toe dat ze na aankomst stierven.

De Trouw bereikte ruim een half jaar later met nog maar 24 man de Molukken. Helaas werden ze bij aankomst gedood of gevangengenomen door Portugezen. Slechts één opvarende ontsnapte en keerde terug naar de Zeven Provinciën om over hun lotgevallen te vertellen.

We gaan terug naar Japan. De Portugezen dreven al eerder handel met de Japanners, maar toen die Jezuïten stuurden om de bevolking te bekeren, ging het fout. De Shogun vond het onacceptabel dat niet hij, maar de paus het over de bekeerlingen voor het zeggen kreeg. Hij koos daarom voor de calvinistische Nederlanders om verder zaken mee te doen.

Kapitein Jacob Kwakernaak en zijn commies Melchior van Santvoort werden door de Shogun met een jonk naar Nederland gestuurd om het handelsverdrag te regelen. Ze kwamen niet verder dan de Nederlandse nederzetting op de kust van Mallakka waar ze de boodschap overbrachten. Jacob sneuvelde en Melchior keerde terug naar Japan.

Het bericht bereikte Nederland waarschijnlijk rond 1606, waar vier jaar eerder de VOC was opgericht.

Sjaak Specx werd door de VOC op pad gestuurd om de bemanning van de Liefde te zoeken. Hij vond ze een paar jaar later en bleef er. In 1609 werd hij daar het eerste opperhoofd van het Japanse handelskantoor. Stuurman Adams en koopman van Lodensteyn waren zijn tolken, want die hadden van hun geisha’s behalve bedgeheimen ook Japans geleerd. Dit werd het begin van het  eeuwendurend hegemonie van de Lage Landen op handel met Oost-Azië die bijna tweeënhalve eeuw duurde.

De Japanners bewaarden de houten beeldtenis van Erasmus die aan de achterkant van De Liefde hing, omdat het schip Erasmus heette voordat het uit Goeree vertrok.

De investeerders verloren 450 man en vier schepen. Pieter van der Haegen ging eraan failliet.

De steden claimden bij Van der Veeke al het verloren gegane oorlogstuig waar hij borg voor stond. Rijke Hans deerde dat niet. Hij was begin 1602, direct na de oprichting, de bewindvoerder geworden van de Rotterdamse Kamer van de VOC en verdiende zoveel aan haring, bankieren en exotische handel, dat hij de rijkste koopman was geworden van de stad. Hij kocht het Ambacht Capelle en Nieuwerkerk en liet in Capelle een groot kasteel met een dubbele gracht bouwen dat 1612 klaar was. Hij had ook steenplaats ’t Slot aan de Capelse Dorpsstraat en liet daar zeer waarschijnlijk ijsselstenen bakken die als ballast op de VOC-schepen meeging. Onze ijsselsteentjes belandden zo in bolwerken, panden en kerkjes langs de handelsroutes en op de tropische eindbestemmingen.

Hans had niet lang lol van zijn Capelse kasteel, want hij stierf in 1616. De Rotterdamse klokken sloegen elf en half uur lang op de dag van zijn begrafenis.

In de tijd dat onze geschiedenisleraar Yark het over de Slag van Nieuwpoort had moeten hebben, vertelde hij over de ruimtereis van Albert de Tweede, die in 1949 door de NASA werd gelanceerd, dat was een resusaap die per ongeluk vernoemd was naar de tienjarige zoon van koning Leopold de Derde van België. Omdat onze Albert niet wist wat hij moest doen toen zijn parachute weigerde, stortte zijn capsule neer.

Dankzij dit soort experimenten konden de NASA-nerds noteren dat niet gewichtsloosheid, maar vooral zwaartekracht de grootste vijand van de ruimtevaart was.

De Russen konden niet achterblijven. Terwijl ik als drie-jarige in de zandbak van Speeltuinvereniging Margriet aan de Prinses Irenestraat met Dinky Toys autootjes zat te spelen, kreeg de straathond Laika uit Moskou, de twijfelachtige eer om  in een Spoetnik als eerste huisdier een baan om de aarde te maken.

De Amerikanen zetten met Jupiterraketten in 1958 in op de bekwaamheid van het veelbelovende doodshoofdaapje, Gordo, voor dit doel speciaal getraind door de marine. De geschiedenis herhaalde zich; de neuskegel keerde teru in de dampkring met 15 duizend kilometer per uur en – net als bij Albert de Tweede – ging de parachute niet open.

Daarom niet getreurd, want de geschiedenis heeft ons vooral geleerd dat wie geld heeft overal wetenschappers kan vinden om dit op te maken.

Na meer resusapenvluchten die wel lukten, kort na het moment dat ik kennis maakte met het Aap-noot-mies bij juffrouw van der Made in de eerste klas van Lagere School 1 op het Nieuwerkerkse Oude Dorp, mocht chimpansee Ham in het luchtledige apenstreken uithalen. We leven dan in 1961.

Ham gaf NASA voldoende vertrouwen om snel daarna eenvolgende zoogdier te lanceren met de naam Alan Shepard. De Amerikanen wonnen daar echter niet de eerste etappe van de ruimtewedloop mee.  Drie weken voordat deze schaapsherder werd afschoten, hadden de Russen namelijke de kleine Joeri Gagarin al gelanceerd om succesvol een rondje aarde te doen.

Vervolgens moest in de US of A het peperdure Apolloproject van start om zo snel mogelijk Amerikanen op de maan te zetten en Russen het nakijken te geven.

Ik zat in 1968 bij Yark in de klas toen de Russen de yanks weer te snel af waren en als eerste een levende wezen een baan om de maan lieten vliegen, een middelvinger opstekend naar NASA, die intussen wel al vijf Surveyors zacht op de maan hadden gezet om het vooral stoffige oppervlak te verkennen. Voor deze maanvlucht hadden de slimme Russen een dier geselecteerd met bijzondere eigenschappen. Het had namelijk een capsule en schild, het was een landschildpad.

Vlak voor m’n 15e verjaardag in 1969, in de nacht van 20 op 21 juli op een camping in Noord-Italië, zag ik op een zwartwit tv het slowmotionsprongetje van Neil Armstrong vanaf het traptreetje van de maanlander Eagle, dat veel maanstof deed opdwarrelenden. We zagen vol trots hoe hij en Buzz Aldrin de stars en stripes plantten. Door windgebrek zag die vlag er net zo houterig uit als hun bewegingen. Alles ging wat knullig. Toen ze wilden terugkeren bleek de startknop van de lunar module te zijn afgebroken. Door met een plastic balpen wat te pielen kregen ze Eagle toch ready for take off. De stijve vlag die de suprematie van de US op de maan moest verbeelden, viel om van de schrik door stofwolken die ze achterlieten bij hun vertrek.

Toen de capsule van Apollo 11 een paar dagen later in de Stille Oceaan plonsde, dezelfde oceaan waar Van der Veeken De Hoop had verloren, was mijn mission op het Libanon-lyceum completed.

Het vooruitzicht dat ik voor de tweede keer zou doubleren, omdat ik geen jaartallen en woordjes wilde leren, maakte dat ik het schooljaar daarop in de derde klas van de Nieuwerkerkse mulo terecht kwam. Daar werd ik opgewacht door de pinkdunne aftandse geschiedenislerares Klop, die ons intellect voedde met romantische ideeën over Florence Nightingale, de slimme selfmade lady with the lamp die gewonde soldaten in slaap wiegde tijdens de Krimoorlog. Klop hield er heel andere ideeën op na dan Yark.

Dat in de calvinistische Zeven Provinciën onze eigen katholieke ambachtsheer Johan van der Veeken had bijgedragen aan de expeditie naar Japan, vonden noch Yark noch Klop kennelijk belangrijk genoeg om hun leerlingen te vertellen die uit de voormalige Ambachtsheerlijk kwamen. Waarschijnlijk kenden ze het verhaal van Van der Veeken zijn streken niet eens. Ik heb het immers ook zelf moeten vinden. Lokale geschiedenis stond en staat helaas nog steeds niet op het lesprogramma.

Zonder de lessen van Yark werd ik op de mulo teruggeworpen op eigen waarnemingen voor wat betreft de ruimtevaartmissies. Ik was echter in een andere space en time beland met popmuziek, brommers en de andere sexe, waar ik al mijn concentratievermogen voor nodig had.

M’n kennis van geschiedenis heb ik vele decennia na schooltijd bijgespijkerd. De fantasie die ik als lyceumjongen gebruikte om me voor te stellen hoe het er buitenaards aan toe kon gaan, gebruik ik nu om me een beeld te vormen over hoe het vroeger was onder de graven van Holland, de stadhouders van Oranje-Nassau en, hier langs de IJssel, bij de ijsselsteenbaronnen. De verleden tijd, waar  geen raket heen kan reizen.

 

Copyright 2015 Rob Stolk


 

Reactie plaatsen

Reacties

Rob Stolk
9 jaar geleden

Bedankt voor je reactie Aster.

aster
9 jaar geleden

dank voor deze onderhoudende bijdragen aan de streekgeschiedenis, die altijd weer zo nauw verweven is met de wereldgeschiedenis- op deze manier verteld blijft het veel en veel beter "hangen"! zoals je ongetwijfeld ook hebt ervaren. Opeens zie je de grote wereld in verband met het alledaagse bestaan. Het is zo verweven. Opeens besef je dat je zelf wel had kunnen meevaren met de Liefde; en dan zomaar deel van de wereldgeschiedenis was geworden. Je ziet ook het verschil tussen het moeizaam varen naar onbekende erten en de georganiseerde reizen per vliegtuig voor eenieder..
Dank voor alle spitwerk!